Scheve neus rechtzetten
Als een scheve neus door de benige neusbotjes wordt veroorzaakt dan krijgen we die niet recht gezet zonder de botjes opnieuw te breken (zie figuren Scheve neus voor en na). Daar is algehele narcose voor nodig en geldt dezelfde nazorg als voor een neusverkleining.
Bij een scheve neus kan ook het inwendige gedeelte, of het neustussenschot scheef staan. Dat kan aanleiding geven tot neusverstopping aan één of aan beide zijden. Daar moet dan ook een tussenschotscorrectie aan te pas komen.
Neustipcorrectie
Een neustip kan smaller worden gemaakt door de kraakbeentjes die onder de huid gelegen zijn (en dienen om de neusgaten bij inademing open te houden) naar elkaar toe te hechten.
Daarvoor wordt een sneetje gemaakt onderaan de neus halverwege beide neusgaten. Deze ingreep kan goed onder plaatselijke verdoving. De hechtingen in de huid zijn oplosbaar. Het is verstandig een aantal dagen rust in acht te nemen, en na 2 weken mag je de inspanningen uitbreiden. Na 4 weken mag er gesport worden.
Neusvleugelcorrectie
Als de basis van de neus versmald moet worden, dan kan dat zonder sneetjes, maar met kleine insteekopeningen. Een blijvende hechting wordt dan tussen beide neusvleugels via de boven lip gelegd om zo de neusvleugels meer naar elkaar toe te hechten.
Wanneer ook het neusgat moet worden verkleind, of de contour van de buitenzijde van de neusvleugel, dan moet er een deel huid worden weggesneden (figuur Neusvleugel litteken).
Dat gaat altijd met een littekentje gepaard dat in de groeve ligt tussen neusvleugel en bovenlip (figuur Neusvleugel versmalling rechts). De eerste maanden is zo’n litteken altijd rood, waarbij de kleur geleidelijk aan minder opvallend wordt.