Wij vinden dat de mooiste resultaten zijn te bereiken via een “open benadering”. Dat betekent dat er onderaan de neus een klein sneetje komt in het tussenstukje tussen beide neusgaten (de columella). Dit sneetje geeft aanleiding tot een klein littekentje, dat na een aantal maanden nog amper zichtbaar is. Wanneer de neusbotjes moeten worden gebroken (zie hieronder bij Grote Neuscorrectie), komen er kleine steekopeningetjes opzij van het harde gedeelte van de neusrug (de neusbotjes). In het begin zijn alle littekens rood, en moet ze minstens een half jaar tegen de zon worden beschermd.
Verdere littekens liggen aan de binnenzijde van de neusgaten en langs die weg kan eventueel de inwendige neus of tussenschot worden gecorrigeerd.
Aan het eind van de ingreep worden de wondjes gesloten met dunne oplosbare hechtdraad, die dus niet hoeft te worden verwijderd. Ze vallen vanzelf uit. Soms worden er tampons geplaatst die er na 2-4 dagen uit mogen. Daarvoor kom je dan terug. Dan wordt meestal ook het gipskapje vervangen voor nog een week (in geval van een neus die is gebroken). Dat kapje moet dan nog een weekje blijven zitten (bij een grote neuscorrectie). Dat is ook meestal de tijd dat je “blauwe ogen” kan hebben plus zwelling. Bij een kleine neuscorrectie (zie onder) zijn doorgaans geen kapje en tampons nodig, en heelt alles ook sneller.